Het verhaal van deze begraafplaats aan de rand van de stad Brugge gaat terug tot 1784 , wanneer Keizer Jozef II heerste over het Heilige Roomse Rijk. Het decreet van Jozef II bepaalde dat niemand nog in een kerk of binnen de stad mocht begraven worden. Het stadsbestuur van Brugge kocht daarom een extra terrein aan in randgemeente Assebroek en richtte het in als begraafplaats. Tussen 1841 en 1864 werd de begraafplaats uitgebreid, het domein heeft nu een indrukwekkende oppervlakte van 12 hectare. De begraafplaats straalt melancholische pracht en praal uit, zeker in deze periode van het jaar. Bij het betreden van het domein word je onmiddellijk omringd door buitengewone graven en een idyllische natuur.
Geheel achteraan is er een weide gevuld met graven van soldaten uit de Eerste en Tweede Wereldoorlog. Aan één kant bevindt zich de Belgische militaire begraafplaats en aan de andere kant de Britse militaire begraafplaats. Op deze plaats hebben er velen een laatste rustplaats gevonden, waaronder ook talrijke belangrijke figuren zoals: Dichter/priester Guido Gezelle, minister van staat Achiel van Acker, stadsarchitect Louis Delacenserie en oud burgemeester Jules Boyaval, zij speelden een grote rol in de Brugse geschiedenis.